Waar denk je aan bij het woord papegaai? Misschien aan zo’n ding dat boven een bed hangt, om jezelf overeind te hijsen. Ik ontdekte dat zo’n ding ook nog een wat minder vrolijke naam heeft: bedgalg.
Bij een papegaai denk ik aan een vogel, zo eentje met opvallend felle kleuren. En ik denk aan een eigenschap die deze vogels wordt toegedicht: dat ze kunnen praten. Napraten vooral.

Ik geloof dat mensen nogal op papegaaien lijken. Niet op die dingen boven een bed dus, maar op de vogels. Vooral wat betreft het napraten. Tjonge, wat zijn mensen daar goed in! Nieuwtjes worden doorgegeven, dat kan op zich handig zijn. Meningen worden herhaald, op zich niks mis mee. Op social media werkt het
gewoon zo: een bericht doorsturen of een duimpje erbij zetten.

Ik zou wensen dat mensen er wat minder goed in worden, in het napraten. Of dat ze het bewust minder gaan doen. Een mens is immers geen papegaai. We hebben de mogelijkheid om zelf te denken, op onderzoek uit te gaan, bronnen te verzamelen, zaken kritisch tegen het licht te houden, vragen te stellen, in gesprek te gaan.

Het is de houding die ooit vrijzinnigheid heeft voortgebracht: niet domweg volgen wat de kerk leert, of wat iemand met macht of gezag beweert.
Voor fleur en vrolijkheid kunnen we wel wat kleurige vogels zoals papegaaien gebruiken. Verder geloof ik dat de wereld geen behoefte heeft aan papegaaien, maar aan vrijzinnig denkende mensen.

Jasper van der Horst