Mensen zijn talige wezens. Gelukkig wel. Ik maak er eindeloos veel gebruik van en ik zou niet weten hoe een leven zonder taal zou moeten.
Maar waar zouden we zijn zonder beelden?
Afgelopen zondag hebben we de namen genoemd van mensen die zijn overleden. We hebben gedacht aan mensen die we missen. We hebben gelezen, gezongen en gesproken. In minder dan een uur, op zo’n zondagochtend, klinken veel woorden. Maar hoe zou het zijn zonder verbeelding?
Een van onze leden had een beeld gemaakt: het gemis verbeeld in een cirkel van oneindigheid, met rozen, takken en klimop. Bij dat beeld konden we een roos plaatsen en blaadjes in het water leggen. We kwamen in beweging, we gebruikten onze handen en hadden allemaal zo onze eigen gevoelens en gedachten.
Een paar dagen eerder hadden we Magdalena de Coninck. Zij maakt schilderijen en gedichten, passend bij elkaar. Niet dichtgetimmerd. Zowel haar beelden als woorden bieden genoeg ruimte om in jezelf op voort te borduren. Een van haar teksten eindigt met de woorden: ‘Dat zoiets bestaat en ik dat zie – dat is geluk.’
Jasper van der Horst