EEN BIJZONDERE ONTMOETING TIJDENS DE VAKANTIE

DE HAARSPELDBOCHT

Het was een zomerdag in de jaren tachtig. We reden door het glooiende landschap van de Eifel. Mijn schoonouders voorop, wij daarachter, onderweg van Schleiden naar Gemünd. De weg kronkelde zich naar beneden. Bij de op een na laatste haarspeldbocht zag ik het: een motorfiets, half verborgen, onder een vangrail geschoven.

Zonder nadenken reed ik door het kleine dal, het dorpje in. Bij een boeken- en kantoorhandel zette ik de auto stil, liep naar binnen, keek de eigenaar aan en zei: ‘Bitte, rufen Sie sofort den Rettungsdienst an!’ Ik vertelde over de motor in de bocht.

De man werd bleek. Zijn hand beefde terwijl hij de telefoon pakte. Ik hoorde hoe hij de situatie uitlegde, maar er ontstond een discussie met de hulpdienst. Minuten later klonken toch de sirenes van de brandweer in de verte.

Toen hij ophing, keek hij me aan met vochtige ogen.
“Genau heute, vor einem Jahr, starb mein Sohn dort auf seinem Motorrad. Sie fanden ihn erst Stunden später. Wenn Sie damals hier gewesen wären, vielleicht hätte er noch gelebt.” Ik kon slechts zeggen: ‘Es tut mir sehr leid. Ich hoffe, dass es heute nicht nötig ist, aber ich musste etwas tun.’

Buiten wachtten mijn schoonouders. ‘Waarom zijn jullie niet naar binnen gegaan?’ vroeg ik. Ze antwoordden eenvoudig: ‘We wisten dat jij het zou doen.’

Tot op de dag van vandaag weet ik niet wat er van de motorrijder geworden is. Maar die dag leerde me één ding: soms is het leven een fluistering die zegt ‘nu’! en dan moet je luisteren, handelen zonder te weten waarom. Vertrouwen dat jouw aanwezigheid, juist op dát moment, geen toeval is.

Berend van der Weide