Ik was een aantal dagen in Engeland, in de South Downs, tussen Londen en de zuidkust. Een prachtig gebied om te wandelen. En om stil te zitten, te kijken en te luisteren.

Wat ik hier voel is respect. De mensen hebben respect voor de natuur en het eeuwenoude landschap. De wegen en paden liggen er al sinds mensenheugenis. Sommige zijn breder geworden en geasfalteerd, maar je kunt nog zien hoe het zal zijn geweest in de tijd van paard en wagen. Langs de wegen en rondom de weilanden groeien bosschages en heggen, eindeloos veel. Overal leven dieren, die zich soms laten zien.

Ik vind het prachtig dat een landschap eeuwenlang zo kan blijven. Een praktische verklaring is dat alles heuvelachtig is: hier heeft een ruilverkaveling geen zin. Voor een rondweg om een dorpje is domweg geen plek. Het land helemaal opnieuw inrichten, alsof het een kale polder is, dat gaat simpelweg niet.

Tegelijk is het een keuze. De mensen kiezen ervoor om schoonheid te bewaren en door te geven. Je ziet het aan hoe ze huizen bouwen en het land beheren. Ze kiezen ervoor om er niet overheen te walsen.

Is het vergezocht als ik hier een religieuze dimensie in zie? Het zit niet in kapelletjes langs wegen, want die zijn er niet. Kerkjes zijn er wel maar een kaarsje aansteken is er niet bij. Dat hoort niet in de traditie van de Engelse kerk, zo vertelde iemand. Ik zie respect voor wat groter is. Mensen zijn hier niet alleen maar de baas. Het land draagt de mensen.

Van een reis neem je altijd iets mee, zoals u merkt. Overigens ook heerlijke bramen, die je daar overal kan plukken. En goede herinneringen die ik graag nog even bewaar.

Jasper van der Horst